Vandaag leerden we iets nieuws in de rekenles: brugoefeningen. Hieronder volgt stap voor stap
de oplossingswijze voor de oefeningen. Op die manier kunnen jullie thuis je
kind begeleiden bij het maken van het huiswerk.
Bij een oefening zoals 8+6 gaan we voorbij '10'. We zeggen dan dat we de brug
van 10 over moeten.
Voor we de oefening oplossen, moeten we iets tekenen: het laarsje en de beentjes. (Met dit laarsje mogen we de brug van 10 over.)
Die '2' is een stukje van de 6. We hebben er dus nog niet genoeg bijgedaan. We splitsen 6 in 2 en .... 4
Er moet dus nog 4 bij. We schrijven het op bij het andere beentje.
Nu mogen we de brug oversteken. (De '=' is de brug.) Maar opgelet! Nu gebeurt er iets met ons laarsje. Het laarsje breekt en verandert in 2 haakjes.
Tussen de haakjes schrijven we alles wat er in ons laarsje zit. (8 + 2)
Maar we moeten ook de '4' meenemen. Die schrijven we naast de haakjes.
Nu kunnen we gaan oplossen! Hoeveel is (8+2)? 10! Ah ja, want dat zit in het laarsje en in het laarsje moet altijd 10 zitten We schrijven '10' boven de haakjes.
Nu
doen we 10 + 4; dat is 14 en dat is onze uitkomst!
Dit
klinkt allemaal misschien ingewikkeld en vergezocht, maar de kinderen zijn met het verhaal helemaal mee. Toch is het geen enkel probleem als deze oefeningen thuis nog niet "vanzelf" zouden gaan. We gaan dit in de klas nog héél veel oefenen.
Nu snap ik pas wat Sander deze ochtend probeerde uit te leggen ;-) Bedankt voor de visuele voorstelling.
BeantwoordenVerwijderen